Opgaven waarin je onderscheid maakt tussen de geluidsbron, de tussenstof waar het geluid doorheen gaat en de ontvanger.
Bronnen zijn bijvoorbeeld:
– Stem, stemvork, muziekinstrument
– Luidspreker of koptelefoon
– Apparaat of voertuig
– Materiaal dat tegen elkaar botst, bijvoorbeeld deur die dichtslaat
Tussenstof kan zijn bijvoorbeeld:
– Lucht
– Water
– Draad
– Vaste stof
Ontvanger van geluid kan zijn:
– Oor
– Microfoon
– Sensor